Hoe creëer je een ideaal consortium?

Consortium samenstellen

Voor veel subsidieregelingen moet je een sterk en complementair consortium vormen met partners met verschillende achtergronden, bijvoorbeeld in de wetenschap, het bedrijfsleven of beleidsvoering. Een dergelijk consortium met interdisciplinaire partners versterkt (inter)nationale samenwerking en vergroot onderzoeksmogelijkheden. Maar waaruit bestaat een goed consortium? Hoe groot moet het zijn? En welke partners kan je het beste kiezen voor jouw projectidee?

Hieronder zullen we een aantal karakteristieken van een ideaal consortium beschrijven:

  • Heterogeniteit

Goede consortia brengen verschillende maar aanvullende expertise samen. Vaak is een gebalanceerde mix tussen partners uit de wetenschap en het bedrijfsleven genoeg, maar soms is het ook wenselijk om andere partners toe te voegen. Binnen de levenswetenschappen wordt bijvoorbeeld steeds meer verwacht dat je patiëntenorganisaties bij je project betrekt en bij een maatschappelijk project is het een goed idee om beleidsmakers te includeren. Daarnaast is het belangrijk om de juiste balans te vinden tussen verschillende disciplines, mate van senioriteit, locatie en type instituut. De beste compositie van het consortium kan erg verschillen per regeling, de specifieke call en het onderwerp. Het is dus van belang dat je de call tekst goed bestudeert.

  • Internationaal karakter

Consortia binnen de Europese subsidieregelingen, zoals Horizon Europe, moeten opgebouwd zijn uit partners uit verschillende lidstaten of geassocieerde landen. De call tekst geeft altijd een minimum aantal landen en een overzicht van welke landen mee mogen doen. Een goede geografische spreiding kan je consortium versterken, dus probeer zoveel mogelijk om partners uit heel Europa aan te trekken. Tijdens het uitzoeken van partners is het goed om na te denken over verschillen tussen landen en systemen die effect kunnen hebben op je project. Zo kan je diversiteitseffecten meenemen en er tijdens het project rekening mee houden.

  • Excellentie

Logischerwijs leiden de beste partners vaak tot een excellent consortium. Ten eerste moet de consortiumleider een leider in zijn of haar veld en een sterke leider zijn. Idealiter zijn partners ook leidend in hun vakgebied en hebben ze een sterk netwerk. Benader dit soort partners vroeg, anders worden ze misschien “gestolen” door een ander consortium. Probeer ook je visie op excellente mensen te verbreden. Een ervaren, maar erg drukbezette, professor lijkt misschien de beste optie, maar een opkomende jonge wetenschapper kan gelijkwaardige expertise brengen, met meer enthousiasme en betrokkenheid. Ook hier is het weer van belang om de juiste balans te vinden.

  • Grootte

Jammer genoeg bestaat er niet zoiets als een universele, optimale consortium grootte. Dit is afhankelijk van meerdere factoren, zoals de specifieke call, het onderwerp en het onderzoeksplan. Daarom kan de consortiumgrootte variëren van 3 tot meer dan 20 partners. Probeer zoveel mogelijk om een goede balans te vinden in partners die elkaar aanvullen (zie hieronder) en geef niet iedere geïnteresseerde per definitie een plekje binnen je consortium. Vaak geldt ook: “less is more”!

  • Aanvullende expertise

Het is ook belangrijk om de expertise binnen je consortium goed te balanceren. Twee academische partners die aan hetzelfde onderwerp werken, lijken een perfecte match, maar hun expertise is waarschijnlijk te identiek. Daarentegen is een partner die de noodzakelijke technische expertise kan leveren, maar het onderzoek niet begrijpt, waarschijnlijk niet geschikt. Idealiter wil je geïnformeerde partners die een unieke waarde kunnen toevoegen aan je consortium. Het is belangrijk om een dergelijke complementariteit in ogenschouw te nemen als je een consortium vormt. Soms kan dat betekenen dat je pijnlijke keuzes moet maken.

  • Duidelijke rollen

Omdat elke partner iets unieks inbrengt, zoals een specifiek type kennis of technologie, moeten ze ook een duidelijke, onderscheidende rol hebben binnen het werkplan. Je kunt dit bijhouden door een lijst met partners te maken voor elk werkpakket. Balans is hier wederom de sleutel tot succes: Je wilt geen consortium partners die óf geen rol hebben, óf de helft van het werk op zich nemen.

  • Bestuurbaarheid

Je consortium moet divers zijn, maar ook bestuurbaar blijven om optimale samenwerkingsomstandigheden te bieden. Om deze reden kiezen veel consortia ervoor om een werkpakket over projectmanagement toe te voegen en een toegewijde projectmanager in te huren. De bestuurbaarheid van een consortium wordt bepaald door factoren zoals grootte, internationale verschillen, betrokkenheid en de complementariteit van de partners.

  • Onderzoeksfocus

Tenslotte is je onderzoeksplan belangrijk. Deze moet solide, haalbaar en innovatief zijn en goed passen bij de call. Een sterke focus op een belangrijk, maatschappelijk relevant probleem helpt, net als een goed doordacht plan dat beschrijft hoe je je doelen wil bereiken en maatschappelijk impact wil bewerkstelligen.

Bij Evers + Manders hebben we veel ervaring met het samenstellen van consortia. We weten wat subsidieverstrekkers verwachten, hoe je het best partners kunt aantrekken en hoe je de juiste keuzes maakt om zo je consortium te complementeren en versterken. We helpen je graag!

 

Dit artikel delen via: LinkedIn